Zonne-controlleris een automatisch regelapparaat dat wordt gebruikt in systemen voor de opwekking van zonne-energie om meerkanaals zonnebatterijarrays te besturen om batterijen en batterijen op te laden om stroom te leveren aan omvormerbelastingen voor zonne-energie. Hoe moet je het bedraden? Fabrikant van zonnecontrollers Radiance stelt het aan u voor.
1. Batterijaansluiting
Voordat u de accu aansluit, moet u ervoor zorgen dat de accuspanning hoger is dan 6V om de zonnecontroller te starten. Als het systeem 24V is, zorg er dan voor dat de accuspanning niet lager is dan 18V. De systeemspanningsselectie wordt alleen automatisch herkend wanneer de controller voor de eerste keer wordt gestart. Let er bij het installeren van de zekering op dat de maximale afstand tussen de zekering en de positieve pool van de accu 150 mm bedraagt, en sluit de zekering aan nadat u heeft gecontroleerd of de bedrading correct is.
2. Laadaansluiting
De belastingsterminal van de zonnecontroller kan worden aangesloten op elektrische gelijkstroomapparatuur waarvan de nominale werkspanning hetzelfde is als de nominale spanning van de batterij, en de controller levert stroom aan de belasting met de spanning van de batterij. Sluit de positieve en negatieve polen van de belasting aan op de belastingsklemmen van de zonnecontroller. Er kan spanning staan aan de belastingzijde, dus wees voorzichtig bij het aansluiten om kortsluiting te voorkomen. Er moet een veiligheidsapparaat worden aangesloten op de positieve of negatieve draad van de belasting, en het veiligheidsapparaat mag niet worden aangesloten tijdens de installatie. Controleer na installatie of de verzekering correct is aangesloten. Als de belasting via een schakelbord is aangesloten, heeft elk belastingscircuit een afzonderlijke zekering en kunnen alle belastingsstromen de nominale stroom van de controller niet overschrijden.
3. Aansluiting fotovoltaïsche array
Een zonnecontroller kan worden toegepast op 12V en 24V off-grid zonnepanelen, en op het elektriciteitsnet aangesloten modules waarvan de nullastspanning de gespecificeerde maximale ingangsspanning niet overschrijdt, kunnen ook worden gebruikt. De spanning van de zonnepanelen in het systeem mag niet lager zijn dan de systeemspanning.
4. Inspectie na installatie
Controleer alle aansluitingen nogmaals om te zien of elke aansluiting correct gepolariseerd is en of de aansluitingen goed vastzitten.
5. Bevestiging van inschakelen
Wanneer de batterij stroom levert aan de zonnecontroller en de controller opstart, zal de LED-indicator van de batterij op de zonnecontroller oplichten. Let erop of dit correct is.
Als u geïnteresseerd bent in een zonnecontroller, neem dan gerust contact op met de fabrikant van de zonnecontroller Radiancelees meer.
Posttijd: 26 mei 2023